Genoeg (lagom)

Luisterlied: Schrijvers voor gerechtigheid – Breng ons in evenwicht

Afgelopen zomer was ik een paar weken in Zweden. Het was onze eerste keer en het is ons goed bevallen. Een leuke kans om een indruk te krijgen van de Zweedse cultuur en taal. Een van de begrippen die ik heb opgepikt is ‘lagom’. Het is niet letterlijk te vertalen maar het komt neer op: precies genoeg. Niet teveel, niet te weinig, maar zo net er tussen in. Precies genoeg op het juiste moment. Wij zouden zeggen: helemaal goed, niks meer aan doen. Het kan gebruikt worden voor heel kleine alledaagse dingen. Zo kan een cappuccino precies de goede sterkte hebben: lagom. En een massage precies de goede stevigheid: lagom.

Lagom is voor de Zweden een manier van leven. Het staat voor een levensstijl van evenwicht en tevredenheid. Je vindt het principe van Lagom op allerlei manieren terug in Zweden. Zweeds interieur bijvoorbeeld: het staat bekend om eenvoud en functionaliteit. Zoals Ikea, niet te mooi, niet te lelijk, precies goed. Er zit het idee achter dat je alleen moet kopen wat je nodig hebt, zonder overdaad of rommel. Strakke lijnen, natuurlijke materialen en een focus op functionaliteit. Dat bevordert rust en welzijn in huis.

Het streven naar lagom, naar wat passend is zie je ook terug in het evenwicht tussen werk en prive. Lang ouderschapsverlof, royale vakanties en ruimte voor een sabbatical. Plus op een werkdag ruimte nemen voor fika: koffie, liefst iets lekkers erbij en goede gesprekken. Zweden hebben in hun arbeidsovereenkomst vaak het recht opgenomen om dagelijks een of zelfs twee maal te 'fika-en'.

Lagom staat in Zweden ook voor duurzaamheid. Men is er sterk sociaal bewust en gewend naar het grotere plaatje te kijken. Zweden behoort tot de voorhoede van de milieubeweging Lagom is tenslotte een belangrijk element van onderwijs in Zweden. Het is veel minder prestatiegericht en sterk gepersonaliseerd. Dus veel zelfsturing maar tegelijk ook veel ruimte voor individuele begeleiding. Dit Zweedse model vindt ook in Nederland steeds meer ingang.

In de provincie Värmland waar we verbleven zijn inmiddels tienduizenden Nederlandse gezinnen gaan wonen. We hebben er tijdens onze tijd in Zweden enkele van gesproken en zij ervaren deze Lagom-levenstijl als een verademing vergeleken bij het vaak jachtige en overprikkelde leven dat zij eerder in Nederland leefden. Hoewel ze zich er soms ook wild aan ergeren trouwens.

Linnea Dunne, zelf Zweedse, schreef een boekje over Lagom en concludeert: ‘Als je een stap terug doet en stopt met het najagen van meer en beter, leef je authentieker en met meer focus, geniet je van goede en bied je het hoofd aan slechte ervaringen, en ben je volledig aanwezig, thuis en op het werk’

Net voor de vakantie had ik een gesprekje met een collega over de vraag: wat zijn nu grondwoorden, sleutelbegrippen waar je van vindt dat iedere student die zich eigen zou moeten makenIk denk: dit is er een wat mij betreft: lagom, genoeg. In onze taal valt het woordje ‘genoeg’ ook steeds vaker en in steeds meer verbanden. Een economie van genoeg. Een psychologie van genoeg, een filosofie van genoeg, een levensstijl van genoeg.

In de wereld van coaching en trainingen was lange tijd een belangrijke vraag: kijk je naar de wereld door een bril van schaarste of door een bril van overvloed? En het pleidooi was dan dat denken vanuit schaarste ongelukkig maakt. Je bent dan gefocust op wat er niet is. Je stop energie in wat je nog niet hebt. Je ziet het leven vooral als een gevecht, een strijd. Ik moet vechten voor mijn aandeel. Ik moet me onderscheiden ten opzichte van anderen. En je belandt al te snel in een ratrace.

En tegenover dit schaarste-denken werd dan het denken en leven vanuit overvloed geplaatst. Ga uit van overvloed, geloof erin dat er genoeg is en dat het jou ten deel valt. De extreme uitingsvorm daarvan is manifesteren. Als ik iets maar hard genoeg wil,dan komt mijn droom vanzelf uit. Word ik vast de beste versie van mijzelf. Name it, claim it.

En we beseffen met elkaar steeds meer dat het tij begint te keren. Dat we in plaats van een bril van overvloed eerder behoefte hebben aan een bril van genoeg.

We hadden in Zweden ook een week onze drie kinderen bij ons. Studerende twintigers alle drie uitgevlogen en op kamers. En nu ik ze weer wat langer meemaakte proefde ik het bij alle drie in de onderstroom van gesprekken bij vlagen iets van een diepe somberheid, bezorgdheid en soms ook angst voor de toekomst. De toekomst van de aarde, de mensheid, die van henzelf. En ook over ons onvermogen, onwil ook om anders gaan denken, anders gaan leren leven.

Tijdens één van de lange autoritten in Zweden luisterde ik naar een podcast met de schrijver Arnon Grunberg. Hij blikte terug op zijn stage bij de SGP. Het was hem op vele punten erg meegevallen. Er was meer openheid, er werd meer gelachen en meer 'gefikaad' dan hij had verwacht. Wat me vooral verraste, zo zei hij, is dat we elkaar herkenden in een gedeeld mensbeeld. Een sobere visie waarbij je van de mens niet teveel verwacht. Grunberg noemde het zelf blijmoedig pessimisme.

Ik moest denken aan een schilderij, ook uit Scandinavië. Een schilderij van de Noorse schilder Edvard Munch. Hij werd wereldberoemd vanwege zijn schilderij ‘de schreeuw’. Zijn ouders waren beiden diep gelovig. Munch zelf had geen gemakkelijk leven. Hij werd als kind al diep geraakt door het vroege overlijden van zijn moeder. Zelf was hij zwaarmoedig en kon moeilijk maat houden met drank. En was ook in de liefde niet erg gelukkig. Een zoekend, twijfelend en vragend mens niet erg bedreven in leven van genoeg. Op het dieptepunt van zijn leven spoelt hij soort van aan in een kliniek en schildert hij in het jaar 1900 dit werk onder de titel: Golgotha.

Je ziet de mensheid als een soort van kluwen. Haast een zee van hoofden en armen zonder identiteit. Stervelingen in het bestaan geworpen. Soort van gevangen in het leven hier op aarde als in een web. Mensen in de schaduw van de dood. Sommigen zien in de meest herkenbare gezichten een uitbeelding van de zeven hoofdzonden: hebzucht, hoogmoed, lust, jaloezie, mateloosheidtraagheid en woede. Stuk voor stuk manieren van leven die haaks staan op lagom, op leven van genoeg. Munch had er zelf zijn issues mee. Ging er letterlijk kapot aan. En ook het kunstenaarsmilieu van die tijd stond er bol van.

Blijmoedig pessimisme, dat typeert dit werk. Het pessimisme zit erin dat wij mensen op allerlei manieren tekort schieten. En onszelf en deze wereld op geen enkele manier redden. We stuiten in onszelf en in elkaar op onze schaduwzijden, ons falen. Op ons onvermogen om echt te veranderen. We zitten gevangen in systemen die op allerlei manieren beschadigend zijnZijn deel van een mensheid en een generatie die collectief faaltHet lukt ons vaak van geen kanten om te leven van genoeg.

Toch zit er ook iets blijmoedigs in. Want daar boven deze mensheid hangt de gekruisigde, licht en kalm, te midden van de donkerte, de pijn, nood en schuld van de hele mensheid. De man aan het kruis deelt in dat menselijk bestaan maar gaat er niet in onder. Hij overstijgt het, wordt verhoogd. En draagt het weg, verzoent het, overwint het. Vader, vergeef het hen want ze weten niet wat ze doen. Ze hebben werkelijk geen idee.

Aan de diepblauwe hemel in dit kunstwerk is ook iets te zien van een krachtige rode gloed. Hoe somber en beklemmend het werk van Munch vaak ook is. Er schemert ook altijd iets van ochtendlicht in door. Een cantate die geschreven werd op het werk van Edvard Munch kreeg als titel: Sunrise, ochtendgloren. Op Golgotha volgt Pasen. Er hangt de belofte in de lucht van opstanding. Van een ander, nieuw bestaan.

Als je goed kijkt zie je dat de man aan het kruis de mensen met open ogen recht aankijkt. En in de mensenmenigte zie je dat vele zich van hem afwenden en wegkijken. Maar er zijn er ook die zich juist omkeren, zich toewenden naar de man aan het kruis. Zijn blik beantwoorden, zijn roep verstaan om in donkere tijden tegen de stroom in te gaan. Op zoek naar een ander, nieuw bestaan, een leven van genoeg.

Volgens kunstkenners vertoont de Gekruisigde de trekken van de Munch zelf. Het onderstreept het appél dat het evangelie op ons doet. Hem volgen is ons oude bestaan met Hem te laten sterven en met Hem opstaan in een nieuw leven. Onszelf oefenen in omdenken.

Je hoeft geen Zweed te zijn of naar Zweden te verhuizen om iets te begrijpen van lagom. Apostelen hebben het evangelie van de Gekruisigde vertaald in raadgevingen, aansporingen, leefregels. Je proeft er een levenskunst in die ook raakt aan het idee van lagom. Denk aan het pleidooi op diverse plaatsen in de Apostolische brieven voor gematigdheid: maat weten te houden. En voor zelfbeheersing (jezelf niet verliezen, niet overvragen of overschreeuwen). Denk aan het gebed in Filippenzen 1 om 'inzicht en fijnzinnigheid om te kunnen onderscheiden waar het op aan komt'. Het dichtst bij lagom komt wat mij betreft de aansporing in 2 Timoteus 1 vers 7: 'God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.' In bezonnenheid zit iets van gevoel voor wat passend is, gevoel voor proporties, voor wat genoeg is. Niet teveel, niet te weinig. Lagom dus. En Paulus verbindt deze bezonnenheid dus met kracht en liefde.

Laten we vanuit deze gezindheid aan de slag gaan. Variërend op deze inspirerende trits van kracht, liefde en bezonnenheid. Dus in verwante maar net iets andere bewoordingen:

Scherp, vriendelijk en wijs.

Kritisch, loyaal en weloverwogen

Tegendraads, mensgericht en evenwichtig.

Gedreven, kwetsbaar en doordacht.

Bezield, nieuwsgierig en sensitief.

Aanstekelijk, empathisch en gefundeerd.

Vrijmoedig, bescheiden en eenvoudig.