Geef ons een klein geloof (Lukas 17:1-6)

(luistertips: Oceans (where feet may fail)Loosing my religion – Lauren Daigle)

Vroeger leerde ik op school een liedje. Lees je bijbel, bid elke dag, dat je groeien mag. En bij dat groeien maakten we dan handgebaren. Dat je groeien mag! Dat je groeien mag! Vandaag hebben we het over de vraag hóé je geloof groeit. Hoe werkt dat, groeien in je geloof. Gaat dat een beetje zoals bij lego? Elke keer een bouwsteentje erbij en er op. Tot alles op zijn plek zit en het af is. Of gaat het misschien meer op de manier van een puzzel met heel, heel veel stukjes. Het is een hele zoektocht om ieder puzzelstukje op de juiste plek in te passen en pas na veel geduld begin je langzaam steeds beter te zien wat de puzzel voorstelt.

Groeien in geloof kan ook anders gaan. Een beetje zoals een zaadkorrel die in de grond valt en je bent de korrel helemaal kwijt. In de grond gaat de zaadkorrel eigenlijk eerst dood. En als je denkt, nu is het over, dat wordt niks meer, dan is daar ineens toch een klein groen puntje boven de aarde en begint er na lange tijd toch nog iets te groeien. Groeien hoeft dus niet te betekenen dat alles meteen en snel sterker wordt en steviger en helderder. Groeien kan ook vaak aanvoelen als kleiner worden. Kwijt raken, loslaten. En toch kan er juist ook zo Iets nieuws groeien. Iets met veel kiemkracht. Nieuw leven. Daarover heeft Jezus het in gesprek met zijn leerlingen

Lezing: Lukas 17:1-6

Toen een jonge man besloot om als monnik in het klooster in te treden was het eerste wat een oude wijze monnik zei: vriend, je bent hier niet om iets te verwerven. Je bent hier vooral om veel af te leggen. Je bent hier niet zozeer om iets te verzamelen maar vooral om veel af te leggen.

Zoiets zegt Jezus eigenlijk ook tegen zijn leerlingen. Als zij vragen: Heer, geef ons méér geloof is zijn antwoord: meer geloof? Een groter geloof? Waar jullie van zouden opknappen is een kleiner geloof. Een klein geloof zo klein als een mosterdzaadje. Dat is al genoeg om bergen te verzetten. Een korrel van dat geloof volstaat om het onmogelijke mogelijk te maken. Jullie willen er van alles bij? Verzamelen? Stapelen? Misschien moeten jullie eerst een en ander kwijt raken.

Jezus heeft het hier over het geloof waarmee we geloven. Geloof als een instrument, een verbinding met God. Het punt dat Jezus maakt is dit. Focus niet zo op je geloof op zich. Alsof het geloof iets is wat op zichzelf staat. Alsof je het van je geloof zou moeten hebben. Alsof je als het er op aankomt kunt zeggen: wat heb ik toch veel aan mijn geloof! Wat is geloof meer dan een lege hand die je uitstrekt naar je hemelse Vader? Wat is geloof meer dan een venster dat je zicht geeft op een machtige God? Wat is geloof meer dan een sprong waarmee je het waagt en je toevertrouwt aan Hem? En hoe minder je zelf in hand hebt. En hoe minder je het zelf allemaal weet. En hoe minder je zelf aan het stuur zit. Des te meer ruimte is er dan voor God zelf.

De leerlingen vragen: Heer, geef ons meer geloof. En Jezus zegt dan niet: tja, dat geloof van jullie stelt ook echt helemaal niets voor ook. Dat geloof van jullie is niet echt, niet goed genoeg. Als je ook maar een kruimel echt geloof zouden hebben, ja dan. Dat is dus niet(!) wat Jezus hier zegt. Jezus zegt hier: als je een geloof hébt als mosterdzaadje. Luther vertaalt in zijn Duits: Wenn Ihr glaube habt. En in de Engelse vertaling staat: if you have faith. Jezus zegt: jullie hebben dit geloof ontvangen. Laat dat geloof dan ook werkzaam zijn. Gebruik het. Benut dat geloof. Leef het! Richt je ermee op Gos zodat Hij zijn werk in en door jou kan doen. Soms zelfs het onmogelijke!

Je kunt deze woorden van Jezus over een geloof als een mosterdzaadje ook betrekken op dat waarin we geloven, de inhoud van ons geloof. Ons geloof kan in de loop van de tijd een heel systeem zijn geworden. Van absolute waarheden in zwart en wit. Van stellige standpunten in beton gegoten. Van messcherpe lijnen tussen goed en fout. En sommigen houden het met zo’n geloofssysteem een hele poos uit, en bouwen er dapper op voort.

Jezus botst er in zijn tijd op aarde keer op keer op. Op de weters, die de lijnen graag scherp trekken. Druk in de weer met rein en zuiver blijven. Graag schone handen houden letterlijk en figuurlijk. Altijd bezig taboe-onderwerpen onder het tapijt te houden. Zich vooral inspannen met het in stand houden van een denk- een leefwereld die vroeger werkte. Geen ruimte voor nieuwe wegen, nieuwe inzichten. Mensen van het: geen duimbreed willen en kunnen wijken. De mensen van de vaste standpunten. Formuleringen en concepten die staan als een huis

Nou ja, zo’n opgetuigd geloof dat groot en vast lijkt staat dan misschien wel als een huis. Maar het voelt niet per se aan als een huis.. Niet als een plek waar warmte is en ruimte en liefde. Het heeft vaak meer iets weg van gepantserd bastion waarachter de bewoners zich vooral verschansen. En wellicht proeft Jezus in deze vraag: geef ons meer geloof een verlangen naar zoiets naar meer zekerheden, meer veiligheid tegen deze ingewikkelde wereld. En het antwoord dat Jezus geeft, komt dan hier op neer: van dat hele stelsel waarmee jij je al te lang omgeeft zou je wel wat minder mogen hebben.

En zo gaat het vaak ook in ons leven denk ik. Vroeg of laat ontdek je dat het leven niet eenduidig is maar complex. Dat ons menselijk bestaan vol zit met paradoxen die zich niets aantrekken van dat hele systeem waarin alles klopte en we dachten te weten hoe het zit. Niet alles is zo zwart-wit als je dacht. En veel van waar je eerder zo absoluut over was begint te schuiven, af te brokkelen

En de vraag is: is zo’n ervaring verlies of winst. Als je oude vertrouwde geloof begint te kraken, kraakt het als een schip dat stuk slaat op de rotsen en strandt. Of zou het ook het kraken kunnen zijn van een noot. Het soort kraken dat je dichter bij de kern, de vrucht brengt? Het Duits kent de uitdrukking: Zugrunde gehen. Dat kan betekenen: stranden, ten onder gaan. Maar het betekent tegelijk ook: tot de bodem gaan, de kern raken.

Een kleiner geloof, ontdaan van schijnzekerheden dat maakt de weg vrij voor een grotere God. Waar houd je zo krampachtig aan vast? Wat belemmert je om een nieuwe weg in te slaan? Wat is het waar je van mag onthechten. Het kleinere geloof, zoals van een mosterdzaad. Dat is ook opener voor het absurde, het dwaze van het evangelie. Strijkt dat radikale niet meteen weer glad met verstandige, geruststellende taal. Met wat redelijk is en wat burgerlijk is en fatsoenlijk. Een kleiner geloof dat zelf niet zo veel meer weet kan zich openen voor dat vreemde koninkrijk van God waar wie dient de grootste is, waar wie zijn leven verliest, het wint. Het koninkrijk van de nederigen van hart. Waar de zuiveren van hart God zien. De vredestichters Gods kinderen worden genoemd. En de zachtmoedigen het land bezitten.

Het kan geen kwaad als je je geloof verliest. Als dat de weg is waarlangs je dan een nieuw geloof terugvindt. In de jaren in Antwerpen en Beiroet is mijn geloof vaak en grondig gekraakt en heen en weer geschud. We trokken er intensief op met moslims. En leerden christenen uit heel andere culturen kennen. In de studie theologie in Brussel leerde ik heel andere perspectieven kennen op God, op de Bijbel, op geloof. Het gevolg is dat er heel wat zaken die eerder volkomen zeker waren minder eenduidig en minder simpel bleken te liggen. Ik had God steeds minder op zak, de waarheid minder in pacht en ben in de loop van de jaren echt anders gaan kijken naar eigenlijk alle aspecten van de Bijbel en geloof. De Bijbel en de christelijke traditie bleek breder en ruiger te zijn dan de oude systemen die ik had ontwikkeld en omarmd. In plaats van de Bijbel van kaft tot kaft krampachtig letterlijk te lezen begon ik te genieten van de speelsheid en veelzijdigheid van de Bijbelschrijvers en Bijbelboeken. En ook op het terrein van het christelijk leven was alles niet zo zwart-wit en absoluut. Mijn geloof werd in die jaren een stuk kleiner. Met minder grote zekerheden en massieve waarheden. Met een grotere rand van zaken die variabel zijn en inwisselbaar. En een kern die weliswaar kleiner is geworden. Maar ook helderder, intenser, krachtiger.

Ik las van de zomer het boek: de nacht van de biechtvader van Thomas Halik. Hij zegt over dit kleine geloof: Je weet vaak dingen niet. Je hebt niet altijd antwoord op alle vragen zoals je grote geloof dat had. En dan doet dat kleine geloof. Het enige dat het kan. Het schept adem, neemt alle vragen op zich die blootliggen als open wonden. Neemt een aanloop en in een daad van vertrouwen. Springt het in de donkere ruimte van het geheim waarin het niets ziet, maar tenminste hoop vermoedt: Ik weet niets, maar U weet het!

En met dat geheim waar het kleine geloof in springt bedoelt Halik: God die je in Jezus tegenkomt in kruis en opstanding. Het kruis dat bij Jezus leerlingen met een schok het totale verlies van zekerheden teweegbrengt. De opstanding die met een schok een straal hoop laat doorbreken en nieuw geloof wakker roept. Zo kunnen wij ons eerste geloof met al zijn zekerheden verliezen. En daarna een tweede geloof, het kleine geloof vinden. Met minder systeem en minder zekerheid, maar wel met hoop die je aanzet tot een nieuwe manier van leven. Een geloof waarmee je de Bijbel herleest. En ook je eigen leven herinterpreteert in het licht van kruis en opstanding.

Kijk, geloven zonder enig systeem of samenhang lukt niet. Dan wordt geloof een vage projectie, een wazig mysterie dat je naar je eigen smaak kunt inkleuren. Als je Jezus centraal stelt. Zijn levensstijl van het koninkrijk, Zijn kruis en opstanding, dan zijn er ook echt wel zaken die daar niet bij passen in wat je zegt over God en in hoe je leeft. Maar het kan wel een systeem opleveren dat niet simpel is en open blijft voor vragen en zoeken.

Misschien herken je jezelf vanmorgen. Heeft het geloof van vroeger zijn glans en zeggingskracht verloren. Zijn je oude zekerheden je als zand door de vingers geglipt. Ben je wat skeptisch geworden. Misschien kun je bepaalde liederen niet echt meer zingen vooral liederen met veel overtuiging. Je voelt dat het steeds verder bij je afstaat.

Wat doodzonde zou zijn is dat je zegt: ik heb er niet zoveel meer mee, met die manier van verwoorden, van beleven. Dat je het daar dan bij laat en dat je langzaam opdroogt. In de tijd dat mijn geloof kraakte, gaf iemand mij een advies wat ik nooit ben vergeten. Hij zei: als je oude bronnen opdrogen Jaap, graaf dan nieuwe. Hij herinnerde me aan Genesis 26. Izaak staat daar droog. De oude bronnen uit de tijd van zijn vader waren verstopt geraakt. Filistijnen spelen daarin een rol. Hoort kennelijk bij geestelijke strijd

En in plaats van droog te blijven staan en te verpieteren begint Izaak dan te graven. Letterlijk dieper af te steken. En het mooie is: hij heropent hier en daar zo’n oude verstopte bron, begint het toch weer te stromen. Maar hij slaat ook echt nieuwe bronnen. Bronnen met krachtig, levend, springend water. Izaak geeft ze nieuwe namen. Een zo’n bron krijgt de prachtige naam: Rehoboth. De Heer heeft ruimte gemaakt. Ruimte voor een nieuw begin, voor nieuw leven

Ik ben in mijn eerste maanden in Kruispunt heel wat mensen tegen gekomen bij wie ik iets proefde van afgeknapt zijn op ouder geloofssystemen en constructies. Bij de een is dat een gereformeerd systeem. Bij de ander meer een evangelisch getint systeem. Maar het een kan net zo gesloten zijn als het ander. En ik zou komend seizoen graag in Kruispunt een plek inrichten waar we tafelgesprekken kunnen houden. Waar geloofsvragen ongefilterd op tafel kunnen komen. Waar niets wordt gesust of toegedekt met versleten cliches. En we samen kijken of er oude bronnen weer open gaan. En we ook nieuwe bronnen kunnen vinden. Nieuwe taal, nieuwe perspectieven voor een nieuwe tijd. Nieuwe zakken voor nieuwe wijn zeg maar. Als jij het een kans wil geven, laat dan even van je horen. Dan weet ik of hier animo voor is.

In een oud Engels kerklied staat de mooie regel: our little systems have their day, they have their day and cease to be. They are but broken lights of thee. And thou o lord are more than they. Onze systeempjes, ze hebben hun tijd. Ze hebben hun tijd en gaan voorbij. Het zijn slechts gebroken lampen van U. U zelf Heer, U bent toch altijd groter.

Geinspireerd door:

Thomas Halik, De nacht van de biechtvader, 2019 Arjan Markus, Geef ons een klein geloof, in: Konstekstueel, juli 2019 Brian Mclaren, Een nieuw christendom, 2017


Presentatie: