Huurling of herder

(Lukas 15: 3-6 en Johannes 10: 11-13)

Syrian style

Ik zal het moment niet gauw vergeten. Het was ergens in onze eerste maand in Beiroet. We hadden net ons appartement betrokken. En er liepen enkele mannen rond om ons een handje te helpen bij de inrichting. We hadden heel wat meubeltjes nieuw gekocht bij de IKEA en nog in de verpakking verscheept naar Beiroet. En Tony, de Libanese klusjesman van onze huisbaas had er de grootste lol in om die IKEA-spullen in elkaar te zetten. Hij had zoiets nog nooit gezien en was erg opgewonden over de eenvoud en het vernuft van de IKEA-bevestigingsstijl. Voor het grovere werk had Tony iemand ingehuurd…

Zo moest er een gat geboord worden door de buitenmuur zodat de kabel van de tv naar de schotel kon worden geleid. De muur was juist helemaal nieuw gestukt en prachtig strak. En in plaats van ergens onderin in een hoek uit het zicht een subtiel gat te boren, zet onze ingehuurde vriend, voordat iemand er erg in heeft een joekel van een drilboor in de muur en boort hij met veel geweld een veel te groot gat. Op heuphoogte, pal naast het raamkozijn. Heerlijk in het zicht. Ik zie nog die ontzetting in de ogen van Tony, die ook deze muur de dagen ervoor met veel zorg en aandacht prachtig had gestuct. Syrian style zei hij verbijsterd en hij legde me uit dat dit typisch de mentaliteit is van een Syrische dagloner. Voor een paar centen doen ze wat je ze opdraagt, maar ze stralen wel zoiets uit van: he, verwacht van mij niet teveel he? Het is niet míjn zaak hier! Ik ben tenslotte ook maar ingehuurd! Het is de mentaliteit van een huurling.

Kapitein

De mentaliteit van een huurling. Dat zou je ook kunnen zeggen van de kapitein van het cruiseschip Costa Concordia, dat in 2012 kapseisde voor de Italiaanse kust. In plaats van zich te bekommeren om zijn passagiers en zijn bemanning zat deze man op een van de eerste reddingsboten. Hij zal het niet met zoveel woorden hebben gezegd, maar door als een van de eersten het schip te verlaten was het wel duidelijk. Hij voelde zich niet echt verbonden met dit schip, met de bemanning, met de passagiers. Het was niet echt zijn schip geworden. Niet zijn bemanning. Niet zijn passagiers. Hij had de mentaliteit van een huurling.

Bankiers

De mentaliteit van een huurling proef je ook bij die bankiers die in het nieuws waren deze weken. Ze werken aan de top van de grootste Nederlandse banken. En terwijl juist bij die banken aan de onderkant van de organisatie honderden mensen hun baan verliezen, trakteert zo’n bankier aan de top zichzelf op een salarisverhoging van een ton. Het is immers niet tegen de wet. Het is in verhouding met wat bankiers in andere landen opstrijken. Maar het getuigt niet van echt hart voor de zaak. Er is geen echte verbondenheid met de mensen die er werken. Het is de houding van een huurling.

Topspits

Je komt het ook tegen bij de spits die iedere week doelpunten scoort. Hij wordt op handen gedragen. Zijn naam wordt wekelijks gescandeerd van de tribunes. Er hangen spandoeken met daarop zijn naam en hoofd. En hij wordt aan het einde van het seizoen door de supportersvereniging gekroond tot speler van het jaar. Een prachtige grote actiefoto krijgt een prominente plaats In het supportershome. Hij is de absolute held van het legioen. Maar net voor het nieuwe seizoen stapt hij tot ieders verbijstering over naar de grote rivaal. Waar hij wat meer kan verdienen. Liefde voor de club, band met de supporters, hart voor de zaak… Hij schuift het met gemak opzij voor een paar centen meer. Zo doet een huurling dat.

Perron

En om nog wat dichterbij te blijven. Heb je niet iets van een huurling als je staat te wachten op de trein en je ziet hoe een scholier wordt lastig gevallen door twee leeftijdsgenoten. Ze sarren, ze pesten, ze drijven hem in het nauw. De jongen weet duidelijk geen raad meer en kan geen kant op. En je denkt: dit zijn niet mijn zaken. Dit is niet mijn verantwoordelijkheid hier. Ik ben hier niet voor ingehuurd. En je plugt je oordopjes in. En je kijkt een andere kant op.

Huurlingen als herder

Huurlingen zijn van alle tijden. Ook in Jezus dagen zijn ze er. Ze verhuren zich nu eens hier, dan weer daar. Zijn niet echt persoonlijk betrokken. Het gaat ze puur om de poen. En hoe minder ze er voor hoeven te doen, hoe beter. Zodra ze hun centen hebben opgestreken, trekken ze hun handen af van het werk en trekken ze weer verder. En je kunt je voorstellen wat er gebeurt als een herder zijn kudde schapen overlaat aan zo’n huurling. Dat gaat niet lang goed. De huurling geeft niets om die beesten. Ze zijn niet van hem. Hij kent ze niet. Hij kan hun gedrag niet lezen, hun geblaat niet interpreteren. En hij is niet bereid om meer voor schapen te doen dan het strikt noodzakelijke. En je kunt al voorspellen wat de huurling doet, als hij ’s avonds bij de schaapskooi ontdekt, dat er één schaap ontbreekt…. Ik zal me wel verteld hebben…. Kom, sluiten die kooi, en gauw aan het bier. Morgen zien we wel verder.

Ik ken mijn schapen

Jezus zegt: deze wereld is vol van huurlingen. Maar Ik ben zo niet. Ik ben een herder, een echte goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij. Van ieder schaap in mijn kudde ken ik de eigenaardigheden. Ik heb ieder schaap al als lammetje gekend. En weet wat ieder beest precies wat het heeft meegemaakt. Ik ken het karakter en begrijp hun gedrag. En weet precies wat ze nodig hebben, en wat goed voor hen is.

  • Dat is Manke Nelis, sinds hij een poot heeft gebroken trekt hij een beetje en loopt hij mank. Die moet je niet opjagen.
  • Dat is Maxima, ze is de mooiste van allemaal. Erg populair bij de mannetjes, moet daarin soms wat beschermd worden
  • Deze hier is erg gulzig en graast het liefst het gras weg net voor de neus van de anderen. Gulzig en inhalig, nooit genoeg. Ik noem hem Fiscus.
  • En die daar achteraan dat is Calimero. Altijd een beetje onzeker. Voelt zich vaak kleiner en minder dan de anderen. Laat zich te gemakkelijk weg duwen. Die geef ik altijd wat extra aandacht.
  • Die zwarte daar noem ik Holleeder. Die moet je altijd in de gaten houden. Als er ruzie is in de kudde, is hij er altijd bij betrokken. Veel vrienden heeft hij niet meer. Eenzaam beestje. Hij heeft een speciaal plekje in mijn hart.
  • En dat schaap daar aan de rand. Hoe hij het voor elkaar krijgt weet ik niet, maar hij is vaak zomaar ineens verdwenen. Klok heet hij, Hans Klok.

Lekker stel

Het is een lekker stel bij elkaar he? Maar weet je, het wel mijn stel. Ik heb echt iets met ze gekregen. Soms zou ik het liefst kebab van ze willen maken. Maar ik geniet ook vaak intens van ze. Ze horen bij me. Ze zijn deel van me geworden. Ze zijn echt mijn eigendom geworden. Ik houd van ze. Ik ga voor ze door het vuur.

Mijn schapen kennen mij

En weet je wat zo fijn is? Ik ken hen maar zij kennen mij ook. Ze weten precies wat ik bedoel. Als ik klik met mijn tong, weten ze dat we bij een drinkplaats zijn gekomen. Als ik een melodietje speel op dit fluitje, komen ze tot rust, gaan ze lekker liggen en weten ze dat ze even kunnen chillen. En als ik in de handen klap, komen ze weer in beweging en trekken we verder.

Één fluitje

Soms komen we bij een drinkplaats wel acht of negen andere kuddes tegen. En al die schapen van verschillende kuddes lopen dan door elkaar heen. En je denkt: hoe krijg ik de boel weer bij elkaar? En voor een huurling zou dat ook geen doen zijn. Wat hij ook doet en roept en schreeuwt. De schapen blijven op afstand en ze kennen hem niet. En voor een huurling zien ze er allemaal hetzelfde uit. Maar één fluitje van mij, één woord dat ik roep en al mijn schapen spitsen de oren, herkennen mijn stem en alleen zij komen uit die wirwar van schapen achter mij aan en volgen mij.

Hoessein

Weet je, huurlingen zijn er genoeg in deze wereld. Herders niet zo veel. In de jaren tachtig ontdekte de geheime dienst van Jordanië, dat een aantal officieren in het leger bezig waren wet een samenzwering om de macht in het land over te nemen. De geheime dienst vroeg aan koning Hoessein of hij hen toestemming wilde geven om deze hoge officieren te arresteren. Koning Hoessein was een wijs en goed man. Hij gaf die toestemming niet maar vloog zelf met een piloot naar het gebouw waar de officieren zich hadden verzameld. De helikopter landde op het platte dak. En de koning gaf de piloot opdracht om zodra er schoten zouden klinken meteen weg te vliegen zonder de koning. Vervolgens deed de koning iets ongehoords. Zonder lijfwachten en volstrekt ongewapend liep hij het gebouw binnen. Daar stond hij volkomen onverwacht ineens midden tussen de rebellerende officieren. Het werd doodstil in de ruimte. De koning nam het woord en zei: Heren, het is onder mijn aandacht gekomen, dat jullie hier zouden zijn om mijn regering omver te werpen, Het land over te nemen en een militaire leider te installeren. Als jullie dat doen zal het leger uiteenvallen. Er breekt een burgeroorlog uit en tienduizenden onschuldige mensen zullen sterven. Dat is niet nodig. Hier ben ik. Dood mij. En ga dan verder met uw plannen. Dan zal er slechts één man sterven. Na zijn woorden bleef iedereen aan de grond genageld staan. De spanning was even om te snijden. Toen renden alle officieren als één man op de koning af. Vielen aan zijn voeten en zwoeren hem eeuwig trouw. Koning Hoessein had zich kwetsbaar opgesteld en was bereid geweest zijn leven op te offeren voor het welzijn van zijn land. Hoessein had laten zien dat hij geen huurling was. Dat hij een hart had. Het hart van een herder. En deze officieren waren voortaan de meest trouwe dienaren van deze koning. Voor hem gingen ze door het vuur. Want Hij deed dat ook voor hen.

Vluchtiger

We leven steeds meer in een netwerksamenleving, waarin we steeds minder langdurige verbintenissen aangaan. Verbanden en relaties worden steeds vluchtiger. Vrienden hebben we vooral op facebook. We claimen steeds meer ruimte en vrijheid om zelf vorm te geven aan ons leven, onze eigen gang te kunnen gaan. En we leren onze kinderen om zich vooral niet te bemoeien met andermans zaken. Maar je vraagt je wel af: slaan we er niet door? Wordt het zo niet een wereld vol met huurlingen? Waarin het steeds kouder en killer wordt? Wat deze wereld nodig heeft zijn herders. Mannen en vrouwen, jongens en meisjes, die er echt willen zijn voor de ander. Mensen die zich verbinden aan elkaar. Hart hebben voor elkaar. Omzien naar elkaar. Zorg dragen. Trouw zijn. Ook als het een offer vraagt.

Ik wil jou van harte dienen

Geen huurlingen maar herders, die zeggen

Ik wil jou van harte dienen

en als Christus voor je zijn.

Bid dat ik genade vind, dat

jij het ook voor mij kunt zijn.

Wij zijn onderweg als pelgrims,

vinden bij elkaar houvast.

Naast elkaar als broers en zusters,

dragen wij elkanders last.

Ik zal Christus’ licht ontsteken

als het duister jou omvangt.

Ik zal jou van vrede spreken

waar je hart naar heeft verlangd.

Ik zal blij zijn als jij blij bent

huilen om jouw droefenis.

Al mijn leeftocht met je delen

tot de reis ten einde is.



Presentatie: