Gegroet, gezegend (3e advent 2015)

(Lukas 1, 39-56, onderaan deze tekst vind je een link naar het bijbehorende luisterlied ‘Ave Maria’)

Elkaar begroeten, dan kun je op verschillende manieren. Soms houd je het kort en krachtig: hoi, hallo, mogge, yo! Je kunt er ook wat meer woorden aan geven. Goedemorgen. Fijn om je te zien. Je ziet er goed uit. De intensiteit en hartelijk van een begroeting zit ‘m niet alleen in wat je wel of niet zegt. Ze wordt ook sterk bepaald door je lichaamstaal. Kijk je de ander echt even aan? Geef je de ander een hand? En doe je dat dan haastig en snel? Of houdt je die hand echt even vast? Houdt je met je andere hand de arm van de ander even vast? Geef je elkaar een omhelzing, een kus misschien?

Hoe je elkaar begroet hangt af van culturele gewoonten en gebruiken. De ene cultuur is warmbloediger, fysieker en uitbundiger dan de andere. Als ik in Beiroet mijn werk kwam was het heel gewoon om elkaar als volgt te begroeten. Goedemorgen – Een morgen vol van licht! Hoe gaat het? Goed! Dankzij God! Vrede zij met jou. En ook met jou. Mijn vriend. Mijn vriend. En dan volgde vaak een schouderklop, een omhelzing, een kus. Begroetingen hebben ook alles te maken met de persoon die je bent. De een is wat expressiever, lichamelijker, spontaner, nabijer. De ander juist wat terughoudend of verlegen. Wat meer geremd en gereserveerder, wat meer op afstand. En verder hangt een begroeting natuurlijk ook af van wat je met elkaar hebt of niet hebt.

In het eerste hoofdstuk van Lukas komen we enkele begroetingen tegen.Eerst is er de engel Gabriël die Maria groet. Dat is op zichzelf al heel bijzonder.Want eigenlijk kom je dat zelden of nooit tegen in de bijbel dat een engel een mens speciaal begroet. Gabriël kiest de volgende woorden: Gegroet Maria, je bent begenadigd, De Heer is met je. Er klinkt in deze woorden iets door van verwondering, ontzag en respect. De allerhoogste, de Heer van de hemelse machten.Hij heeft onder al die miljoenen deze vrouw gekozen om de moeder te zijn van de zoon van God, die de wereld zal redden. Ave Maria, gegroet Maria, je bent begenadigd. De Heer is met je.

Als de engel haar weer alleen heeft gelaten is het eerste wat we lezen dat Maria in grote haast op reis gaat. Op bezoek bij haar tante Elizabeth. Letterlijk staat er: In die dagen stond Maria op en reisde haastig naar het bergland, Je kunt ook vertalen: Maria maakt zich gereed en trok op. Dat zijn bekende bijbelse uitdrukkingen die aangeven dat de personen op scherp staan en het beslissende dichterbij komt.

Die haast komen we vaker tegen. Straks zullen ook de herders met haast op zoek gaan naar het kind in een kribbe. Ooit moest het Joodse volk met haast eten voordat de uittocht uit Egypte zou plaats vinden. De haast lijkt iets te maken te hebben met de kracht van Gods woord. Als Gods woorden raken en binnenkomen dan brengen ze iets in beweging. Dan schieten mensen in gang. Dan komt er schot in de zaak.

De engel heeft Maria verteld dat Elizabeth op haar hoge leeftijd al zes maanden zwanger is. Je vraagt je even af: wat zou nu de reden zijn dat Maria met zoveel haast Elizabeth opzoekt. Is Maria op zoek naar bevestiging van wat de engel heeft gezegd, door te gaan zien of Elizabeth inderdaad in verwachting is? Dat zou heel begrijpelijk zijn. De engel is nog maar net weg en aan haar lichaam zal die eerste tijd nog niet zo veel te merken zijn geweest. Met eigen ogen haar oude tante zien met een dikke buik. Dat kan Maria helpen om meer zekerheid te hebben over wat de engel haar heeft verteld.

Of is Maria juist nog helemaal vol van wat ze heeft meegemaakt en zoekt ze haar oude tante op om haar te gaan bemoedigen. Door haar te vertellen dat de engel weet van Elizabeths onverwachte zwangerschap? Het is in elk geval een opvallende reis.Zeker voor een meisje alleen. En ze onderneemt deze reis niet omdat het haar is opdragen.Maar ze doet het helemaal uit vrije wil.En daar spreekt veel geloofsvertrouwen uit. Maria stond op en reisde met haast….

En vanaf dat moment is alles in deze verzen vol leven. Er wordt gesprongen, geschreeuwd en gezongen. Wat Maria’s motief ook is geweest. Die bemoediging heeft Elizabeth wel gekregen. Als Maria het huis binnenloop en haar tante begroet horen we hoe Elizabeth haar nichtje begroet. Er staat dat ze het uit jubelt, uit schreeuwt van vreugde. Ze roept het uit: de meest gezegende ben je van alle vrouwen. En gezegend is de vrucht van je schoot. Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt. Gelukkig is zij die geloofd heeft Dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.

Met die luide uitroep verbreekt Elizabeth de stilte. Ze schreeuwt er een leven van vernedering en verdriet uit. Ze doorbreekt ook de stilte waarmee ze de eerste vijf maanden samen met de zwijgende Zacharias heeft doorgebracht. Van Zacharias vernemen we hier nog niks. Hij is aan zegenen nog niet toe. Maar Elizabeth hoeft niet langer te zwijgen. Ze is zelf eerst gezegend en nu kan zij en ook anderen weer zegenen.

Elizabeth voelt dat de groet van Maria haar diep in haar buik raakt. En ze voelt dat in haar het kind opspringt van vreugde. Elizabeth was zeer goed thuis in de Heilige Schrift en heeft vast even moeten denken aan de oude woorden van de profeet Maleachi. Maar voor u die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn; en u zult naar buiten gaan en dartelen als kalveren uit de stal. En dat is wat ze voelt: een kindje dat dartelt.Dat zo ongeveer een salto maakt van vreugde. En daarmee een vreugdegroet brengt aan dat andere kind dat is begonnen te groeien in Maria’s buik. Het staat mooi in psalm 119 die we samen zongen:Geef mij een hart dat U van vreugde groet…

Wat een bijzondere begroeting is dit. Een vrouw die eigenlijk te oud is. zwanger van een zoon die een periode zal afsluiten. En een vrouw die eigenlijk te jong is, in verwachting van een zoon die een nieuwe tijd zal ontsluiten. En die oude vrouw noemt dat kind dat groeit in de jonge vrouw: mijn Heer. En in die oude vrouw maakt haar kind een vreugdegroet voor dat jongere kind dat nog maar net is beginnen te groeien. En zo buigt de oude bedeling diep voor de nieuwe tijd die aan zal breken met de geboorte van het kind van Maria.

Elizabeth krijgt van dit bezoek een enorme boost. Maar ook voor Maria is deze ontmoeting een bemoediging. De woorden die Elizabeth uitroept, ze bevestigen wat eerder de engel haar al had beloofd. En dan is Maria’s beurt om haar stem te verheffen. En zingt ze haar loflied op Gods genade en goedheid die heeft omgezien naar een eenvoudig meisje en zo de beloften vervult die Hij al had gedaan in vroeger tijden aan vorige generaties.

Wat hier gebeurt tussen deze twee vrouwen. Dat is iets heel kostbaars, iets heel waardevols. Ze waren in de verte familie van elkaar. Maar wellicht hebben ze elkaar nog nooit zo hartelijk, zo vanuit het hart begroet. Want ze begroeten niet alleen elkaar als persoon. Ze begroeten ook iets van God in elkaar. En dat zijn de diepste ontmoetingen. Als je in elkaar Gods aanwezigheid herkent.Als je in elkaar Zijn hand bespeurt, Zijn werk, Zijn invloed. Dat schept een nieuwe verbondenheid. Je wordt elkaars broers, elkaars zussen. Dat is fellowship op zijn best. Dat is gemeenschap van de heiligen.

Verderop in het NT in de handelingen en brieven kom je dat op elkaar betrokken zijn steeds weer tegen. Mensen maken lange gevaarlijk en kostbare reizen om elkaar op te zoeken en te bemoedigen. Er wordt voor elkaar geld ingezameld. Er worden brieven geschreven en persoonlijk bezorgd. Brieven die vol staan die met aansporingen, met zegeningen en hartelijke, geestelijke groeten. Mensen raken sterk aan elkaar verbonden en verknocht

De ontmoeting tussen deze vrouwen is het allereerste beginnetje van de kerk, van de gemeente van Christus. Het is een klein beginnetje, maar het ook wel meteen de kern. Dit is wat gemeente zijn ten diepste is. Dat mensen elkaar opzoeken. Naar elkaar omzien, naar elkaar luisteren. Elkaar raad geven, bemoedigen, troosten. Voor elkaar kwetsbaar durven zijn, zich voor elkaar openen. En zo elkaar van hart tot hart ontmoeten.

Wij leven in een tijd waarin we dit wat uit oog lijken te verliezen. In onze samenleving, onze cultuur zijn we nogal individualistisch geworden. We zijn vaak wel erg op ons zelf. We houden ook veel voor ons zelf. En dat heeft ook best fijne kanten. Het schept ruimte en vrijheid. Maar als je zo bent in al je relaties.Dan ben je bezig iets heel kostbaars te verliezen. Dan blijft je geloofsbeleving, je hart het best bewaarde geheim van je leven. Je onthoudt elkaar dan het meest kostbare.Het meest wezenlijke van je bestaan. Je onthoudt elkaar dan heel veel bemoediging, nabijheid, zegen.

Groeien in je geloof, je band met God, betekent ook: groeien in verbondenheid met elkaar. In het licht van de ontmoeting tussen deze twee vrouwen is dat een vraag waar u en ik eens over zouden kunnen nadenken. Ken ik deze ontmoetingen van hart tot hart? Heb ik zo’n broer, zo’n zus in het geloof, waarvan mijn hart opspringt als ik hem of haar zie en spreek en echt ontmoet. Voor wie ben ik zelf zo’n geestelijke broer of zus. Durf ik dat, verlang ik er naar? Om mezelf meer te laten kennen.Me zelf meer te geven aan de ander. En zo ook de ander te ontvangen. En zo voor elkaar een zegen te zijn

Het eigenlijke geheim van deze ontmoeting tussen Elizabeth en Maria, zit verstopt ergens in een bijzinnetje. Het is het wonderlijke werk van de Geest die mensen aan elkaar verbindt en schenkt en zo gemeenschap sticht. Voor zichzelf vraagt de Geest niet zoveel aandacht. Maar op de achtergrond en van binnenuit is het de Geest die harten en monden opent.En mensen aanzet om elkaar op te zoeken en te ontmoeten.Zich voor elkaar doet openen.Elkaar doet groeten, elkaar doet zegenen. En Jezus zal later zeggen: waar twee of drie mensen samen zijn in mijn naam…. Daar, precies daar ben Ik in het midden. Amen.

Tekst luisterlied:

Ave Maria, gratia plena, Wees gegroet, Maria, vol van genade

Dominus tecum. De Heer is met u.

Benedicta tu in mulieribus, Gij zijt de gezegende onder de vrouwen

et benedictus Fructus ventris tui, Iesus. En gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot.

Audiospeler00:0000:00

Presentatie: