Stilte in het hart van God

(1 Koningen 19:9-21)

Opgerold in een hoek

Na de maaltijd in de woestijn staat Elia weer op zijn voeten. Maar in plaats van rechtsomkeert te maken en zijn werk weer op te pakken, zijn gevecht tegen de tijdgeest, zijn strijd tegen de geest van Baal, vervolgt hij zijn tocht door de woestijn. Tot hij aankomt bij de berg Horeb. Daar kruipt hij een spelonk in en ligt er opgerold in een hoek.

Alles voor niks

Dat is wat er over is van de man die over Israël stormde. Die het volk heeft doen schudden en vuur uit de hemel doen nederdalen. Het enige wat er nu nog stormt, beeft en brand, dat is zijn eigen hart. Wat heeft het allemaal voor zin gehad. Alle woorden die hij gesproken heeft in naam van God ze zijn vervlogen in de wind. Alle wonderen die hij mocht doen ze hebben uiteindelijk niet veel opgeleverd. De mensen vergeten God en gaan hun gang. Elia rolt zich op als een ongeborene in de stenen baarmoeder van de berg.

Openbreken

En terwijl hij daar volstrekt passief ligt, uitgerangeerd en uitgeteld, is daar de stem van God. God die er kennelijk op uit is om deze in zichzelf opgesloten mens, zich weer te laten openen voor zijn omgeving. God stelt hem een open vraag: wat brengt je hier Elia? Wat beweegt je? Wat heb je op je hart? Vooruit, voor de dag ermee.

Zelfbeklag

Er klinkt iets in door van de oervraag die God in den beginne al stelde: Adam, mens, waar ben je? God weet natuurlijk allang wat er in Elia omgaat. Maar hij daagt hem uit om zich uit te spreken. De Heer wil dat wij ons hart laten spreken voor hem. Zoals Jezus dat ook nog al eens vroeg: Wat wil je dat ik voor je doe? En Elia gooit het er allemaal uit. Onomwonden en zonder gene. Ik heb me met volle overgave ingezet…En kijk eens wat er van terecht komt. Helemaal niks. Ik heb… het laat iets zien van het zelfbeklag waarin Elia gevangen zit. Er klinkt iets in door van verwijt. Ik heb alles gegeven Heer….Hebt u dat niet gezien Heer? Laat u dit nu zo aflopen en mij. Afgaan als een gieter?

Tevoorschijn geroepen

Als Elia is uitgeraasd, klinkt daar opnieuw de stem van God. En zoals Adam toen tevoorschijn werd geroepen uit het struikgewas waar hij in zat verscholen. Zo wordt ook Elia tevoorschijn geroepen uit de spelonk waarin hij zich had terug getrokken. En daarmee ook uit zijn zelfbeklag. Kom naar buiten Elia! En treedt hier op de berg voor mij aan.

Oordeel in Elia’s hoofd

Even gebeurt er helemaal niets. Elia blijft daar zitten in de hoek van de spelonk en dan is daar buiten de spelonk storm, aardbeving en vuur. Maar in die tekenen van oordeel is de Heer niet. Het is de storm in Elia’s hoofd. Het is de aardbeving in zijn binnenste. Het is zijn vurige en vernietigende oordeel over Israël.

Stilte in Gods hart

Elia lijkt hier sprekend op Jona die even buiten Nineve gaat zitten wachten op het oordeel. Elia schreeuwt om recht: Zend storm over Israël. Aardbeving over Samaria. Vuur over alle afgoderij. Kunt u niet nog één keer vlammen Heer? Dan kan ik als enige overgebleven profeet, als de laatste van de gelovigen, zien hoe u afrekent met uw vijanden. Maar in het vuur, de aardbeving en de storm, is het oordeel van de Heer niet aanwezig. Elia’s hart loopt over van oordeel. Maar in Gods hart is alleen het suizen van een zachte koelte, het gefluister van een zachte bries.

Dragende stilte

Het is het suizen van een stilte over een kapotte schepping. Het is de stilte van Gods genade in een wereld verloren in schuld. Deze stilte rond de spelonk op de berg Horeb is de voorbode van een nog diepere stilte. Rond de kruisheuvel Golgotha waar Jezus bad: vergeef het hun want ze weten niet wat zij doen. Het is de stilte waarin Jezus een gebroken wereld vasthoudt aan de spijkers van het kruis. Van ons ‘nee’ en Gods ‘ja’ vormt hij een kruis en daaraan houdt hij ons allen vast. Draagt hij als het lam van God de zonden van de wereld weg.

Verpulverende stilte

En het is deze wonderlijke stilte die Elia naar buiten lokt. Hij staat in de opening van de grot en slaat zijn mantel voor zijn gezicht. Hoe lang heeft Elia daar gestaan? Hoe lang heeft deze koele stilte geduurd? Wat gebeurt er in deze stilte met Elia? Je kunt de woorden die we vertalen met zachte bries of zachte koelte ook vertalen als: een verpulverende stilte. In deze wonderlijke stilte worden in het hoofd en hart van Elia oude denkbeelden verpulverd, fijngemalen tot er niets meer van over is. Het vuur wordt geblust en in plaats van bevende aarde is er vaste grond. En ook de storm in zijn hart wordt gestild. En wat overblijft is een wonderlijke stilte.

Andere toon

Dat er nu een andere Elia staat daar in de stilte, dat wordt al snel duidelijk. De stilte wordt doorbroken als opnieuw die vraag klinkt: Elia, wat doe je hier? Elia, waarom ben je hier? Geef nog eens je analyse man van God. En feitelijk zegt Elia letterlijk hetzelfde als hij had gezegd voor deze stilte. En toch is ongetwijfeld die toon een andere geweest. De man van het felle en vurige oordeel is nu een man die Gods stilte heeft meegemaakt. Een man die voorbij het oordeel heeft kennisgemaakt met Gods wonderlijke genade. Ja, daar staat echt een ander mens. Diezelfde woorden klinken nu vanachter zijn mantel en met groot ontzag. Het klinkt gedempt, gesmoord, milder en zonder verwijt. Elia’s klacht blijft staan. Wat hij zegt is waar. Pijnlijk waar. En God blijft stil. Elia’s pijn is ook Gods pijn. Elia’s eenzaamheid is ook Gods eenzaamheid

Gods liefde is vindingrijk

Dan wordt de stilte opnieuw doorbroken door een woord van God. Een nieuwe opdracht. Hij krijgt de opdracht om terug te keren. Maar het is niet terug naar het verleden. God gaat beginnen aan een nieuw hoofdstuk waarin alles anders zal zijn. Uit de opdrachten die Elia krijgt blijkt dat God het nu over een andere boeg gooit. Als Hij zijn plannen niet via Achab en Izebel kan realiseren dan schakelt hij de buitenlandse vorst Hazaël in. En als deze generatie niet van God wil horen dan begint God opnieuw met een vorst van een nieuwe generatie: Jehu. Elia mag ook een opvolger zalven. Als hij het straks moet loslaten zal God zorgen dat de fakkel kan worden overgenomen.

Gods werk gaat door.

Gods werk gaat door van geslacht op geslacht. Van generatie op generatie. En ieder mens mag er aan bijdragen naar draagkracht en vermogen. Voor een poosje, zolang dat lukt. Maar de goede voortgang hangt niet af van een mens, zelfs niet van een grootheid als Elia. Gods genade en goedheid zijn vindingrijk en zoekt zich een weg langs de obstakels die wij mensen er vaak voor opwerpen.

Gods geduld

Elia heeft altijd graag de kortste weg genomen. Recht op zijn doel af, doen wat gedaan moet worden. Nu leert hij dat God een heel lange adem heeft. En als Hij op Zijn wegen op menselijk verzet stuit, dan kan God het opbrengen en is hij bereid langs lange en trage omwegen te gaan, om uiteindelijk toch tot Zijn doel te komen. Elia moet lijdzaam toezien hoe Achab en Izabel nog een hele tijd invloed houden. En als Elia’s leven uiteindelijk voorbij is, zijn het nog altijd de zonen van Achab die aan het bewind zijn. De koning van Aram die Elia moest zalven wordt pas na Elia’s hemelvaart gezalfd door zijn opvolger. En dan wordt ook Jehu gezalfd. En als deze Hazaël en Jehu de handen ineen slaan, slagen zij er in om een einde te maken aan de geesteloze en goddeloze regeerperiode van het koningshuis van Achab. Door anderen. Anders. Later. Gods koninkrijk zet zich door. Meestal niet door spectaculaire omwentelingen, maar eerder door zachte krachten en trage processen die zich vaak aan onze waarneming onttrekken, maar die voortkomen uit Gods geduld.

Elia 2.0

Elia zet na de Horeb zijn loopbaan voort. Hij is en blijft een krachtige verschijning. Hij blijft grote impact hebben op zijn tijd. En toch merk je aan alles dat het een andere man is geworden. Hij is rustiger, minder aanwezig. Meer gericht op het coachen van zijn opvolger Elisa. Anders misschien, maar ook rijker en vol betekenis. Ook losser en met wat meer ontspanning. Als hij Elisa roept, geeft hij hem alle ruimte om daar op zijn eigen manier op te reageren. Want Elia beseft meer dan ooit: Het is niet mijn zaak, het is Gods zaak.

Overgegoten

Je zou kunnen zeggen, wat er met Elia is gebeurd op de Horeb is te vergelijken met wat gebeurt met goede wijn. Die wordt soms overgegoten in een ander vat om zo een nieuwe smaak te ontwikkelen. Zo wordt het een ‘grand cru’ wijn, grote groei. In het nieuwe vat neemt de wijn nieuwe sappen uit het hout in zich op en krijgt het een rijkere smaak en geur. Elia heeft op de Horeb geleerd dat het niet gaat om zijn geloofsijver. Dat het ook niet gaat om geestelijk heldendom. Maar het geheim van een vruchtbaar leven ligt in nederige afhankelijkheid van God. Dat is de les van de Horeb. Dat is het geheim dat je leert in de stilte aan de voeten van de Heer.

Op zoek naar 7000 knipogen

Zo daalt Elia af langs de flanken van de Horeb. Hij zal met een wat andere blik hebben gekeken naar de mensen om hem heen. Vast met wat minder oordeel en wat meer nieuwsgierigheid. Elia is ongetwijfeld op zoek gegaan naar die 7000 anderen die in alle eenvoud en buiten de spotlights trouw waren gebleven in hun dienst aan God. 7000 bondgenoten waar hij voorheen compleet aan voorbij was geraasd. En iedere keer als Elia er één tegenkwam, voelde dat voor hem aan als een knipoog van de God die Hij daar had ontmoet. In die wonderlijke stilte hoog op de Horeb.

Open ogen, open oren

Zo dalen wij ook weer af vanuit deze avondmaalszondag een nieuwe periode in. Laten we dat doen in het spoor van deze man van God. Niet vluchtend, onszelf terughoudend en afschermend. Maar open en met verwachting. Zoekend naar tekenen en sporen van God. En vanuit een basishouding van een rustig vertrouwen. Want deze woelige wereld en ook mijn broze bestaan rust op de trouw van God. Die niet loslaat het werk van zijn handen. Amen.

(Mede geinspireerd door ‘Naar de stilte’ door Otto de Bruijne)


Presentatie: