Ons dagelijks brood

(Lukas 11:1-13)

Gewoontjes

Geef ons heden ons dagelijks brood. Het zijn woorden die we tegenkomen midden in het Onze Vader. Tussen meer verheven gebeden als: ‘Uw naam worde geheiligd’, ‘Uw koninkrijk kome’, ‘Uw wil geschiede in de hemel, zo ook op deze aarde’ en ‘vergeef ons onze schulden, verlos ons van de boze.’ staan daar ineens deze woorden heel gewoontjes tussen. Geef ons heden ons dagelijks brood. Het brood dat we nodig hebben.

Dagelijkse dingen

Als je deze woorden wat ruim neemt klinkt er iets in door van: sta ons bij in onze dagelijkse zorgen. Die dagelijkse dingetjes van ons. Ze zijn in Uw licht Heer misschien klein, onbetekenend, van weinig belang. Maar U, hemelse Vader, u weet dat wij zo zijn.

Drewerman
De theoloog Drewerman omschrijft het heel mooi: Ons dagelijks brood, dat zijn de lachende ogen van de mensen van wie wij houden. Dat is een handdruk, een vriendelijk woord. Een aanmoediging als ons werk ons zwaar valt. Ons dagelijks brood dat zijn de eerste viooltjes die bloeien in het voorjaar. Dat is een vrolijk springende hond in een waterplas. Dat is het zingen van de merels in een meidoornstruik. Dat is de rijp in de boomtakken bij de eerste vorst. Ons dagelijks brood dat is de gezellige warmte van de huiskamer. De voorbij glijdende wolken en het tikken van de regen tegen de ruiten. Dat is een nieuwe jas of een nieuwe stoel. Ons dagelijks brood dat is het melancholieke aanmeren van een schip. En spanning bij de aankomst van een trein. Het is het onvoorspelbare ritme van heengaan en komen. Het is de aarzelende hoop van een zieke, dat het spoedig weer licht mag worden. Het is de eerste wandeling op de gang van iemand die aan het genezen is. Het is de droeve, treurige gang naar het graf van een geliefde die gestorven is. Daar leven wij van, dag in, dag uit. Daarin gaan wij op, dag in, dag uit. Dat is ons dagelijks brood.

Aardman

Geef ons heden ons dagelijkse brood. Het zijn woorden die ons er aan herinneren dat wij mensen door en door aards zijn. God boetseerde de eerste mens uit klei. Blies zijn levensadem in hem en noemde hem toen: Adam, adám, aardman, aardeling. Mensje uit het stof verrezen.

Totaal afhankelijk

Wij mensen, wij zijn uit de aarde afkomstig en zijn voor ons bestaan ook helemaal afhankelijk van deze aarde. We kunnen onszelf niet bedruipen, maar we zijn voor onze eerste levensbehoeften onmiddellijk aangewezen op de aarde. Zonder deze aarde zijn wij mensen nergens. Wat is een mens zonder grond onder de voeten. Wat is een mens zonder lucht in zijn longen. Zonder water, zonder voedsel, zonder kleding, zonder onderdak. En daarom bidden we: Geef ons heden ons dagelijks brood. En daarbij denken we dan niet alleen aan brood, maar ook aan al die andere gaven van de aarde die we zo broodnodig hebben.

Aan een zijden draad

Met deze woorden bidden we dus eigenlijk: laat ook vandaag de aarde er weer voor ons zijn. En dat is helemaal niet vanzelfsprekend. Ons bestaan, ons levensonderhoud hangt altijd aan een zijden draadje. Een kleine serie tegenvallers in het economisch klimaat en het vertrouwen is zomaar weg. Het radarwerk van de wereldeconomie begint te haperen en voor dat je het weet zit je zonder werk. En zo fragiel is het ook met onze planeet. Er hoeft op deze aarde niet zo heel veel te gebeuren of het loopt muurvast en helemaal mis. Een onverwachte aardschok, een orkaan, een kleine verandering in het klimaat, wat teveel zon, wat teveel regen, een paar dijken die het begeven. En mensen sterven als ratten.

Precisiewerk

Dat de aarde er voor ons is, dat is bepaald niet vanzelfsprekend. Wetenschappers vertellen ons hoe bijzonder het is dat in het oneindig grote universum dat kleine onnozele bolletje zweeft, dat wij de planeet aarde noemen waarop er voor mensen te leven valt. Men heeft berekend dat als de groei, de uitdijing van het heelal ook maar met één miljoenste zou worden vertraagd of versneld, dat er dan geen enkel leven mogelijk zou zijn op aarde.

Afstanden tussen planeten

En als de gemiddelde afstand tussen de sterren ook maar iets groter zou zijn geweest, dan zou een planeet als de aarde nooit zijn gevormd. En bij kleinere afstanden tussen de planeten zou er niet de vaste omloop zijn van zon en maan die voor het leven op aarde noodzakelijk is. Als de as van onze aarde ook maar een fractie naar de ene kant toe zou kantelen, dan vriezen we allemaal dood. En zou onze planeet een heel klein beetje de andere kant op kantelen, dan verbranden we allemaal.

Afstand tot de zon

Stel dat de aarde een beetje dichter bij de zon zou bewegen, of een beetje verder er vandaan. Of dat de aarde iets sneller of ietsje langzamer om zijn as zou draaien dan nu het geval is. Het zou steeds zulke sterke wisselingen geven in temperatuur, dat er op de aarde geen enkel leven mogelijk zou zijn. Iemand heeft alles zo precies en nauwkeurig en met zoveel kunde en zorg en liefde afgesteld, dat wij mensen hier leven kunnen en genieten. Dat deze aarde vruchten voortbrengt.

Afhankelijkheid

Geef ons heden ons dagelijkse brood. Door deze woorden te bidden, drukken we onze kwetsbaarbaarheid uit. Hoeveel wij ook in onze mars hebben. Deze aarde, het brood dat wij eten, we hebben er geen greep op. Het eigenlijke voltrekt zich buiten ons om. Het blijft een diep geheim.

Van u zijn alle dingen

En we kunnen alleen maar bidden of het doorgaat met de aarde. Dat er iedere dag weer brood zal zijn. We kunnen ons alleen maar wenden tot Hem die deze aarde heeft geformeerd en als enige haar geheim kent. Aan U ligt het Vader, dat er telkens weer brood is, leven en welzijn. Als U Uw handen aftrekt van het leven. Als U deze aarde uit Uw aandacht laat vallen dan zijn we nergens. Volstrekt hopeloos en hulpeloos. Maar zolang U Heer deze aarde koestert en bezielt, zolang zal er leven zijn en iedere dag brood genoeg.

Voortgang van de schepping

Als we bidden om ons dagelijks brood, bidden we dus niet zozeer simpelweg om brood dat kant en klaar zomaar op tafel ligt. We bidden om de juiste omstandigheden, zodat we zelf aan dat brood kunnen komen. We bidden God om de voortgang van de schepping. We bidden om gezondheid en kracht. Om de hand aan de ploeg te slaan en zo in ons onderhoud te kunnen voorzien

Ons!

Geef óns heden óns dagelijks brood. Ik bid dus niet alleen om mijn brood. Samen met Gods wereldwijde huisgezin en met al Gods schepselen bidden we: Dat er brood genoeg zal zijn voor alles wat adem heeft. Zo bidden we om een bewoonbare aarde. Voor dieren, planten en mensen. Het is een gebed, dat als je het durft te bidden, meteen ook weer terugkomt naar jezelf. Aan mijzelf de vraagt terug stelt: Wat draag ik bij aan een betere verdeling van geld en goederen in deze wereld? Gaat mijn levensstijl soms ook ten koste van de uitbuiting van de schepping? Wat is mijn ecologische voetafdruk? Waar kan ik in het klein iets doen om bij te dragen aan een leefbare aarde, aan brood voor iedereen? Als je deze woorden op de lippen durft te nemen dan bidt je ten diepste: Laat mij zelf brood zijn. Brood voor de mensen om mij heen. Een zegen voor de hele aarde.

Broodnijd

Dat ‘ons’ in: Geef ons heden ons dagelijkse brood. Het kan een heilzaam tegengif zijn tegen de broodnijd, het ellebogenwerk. De moordende concurrentie. Het helpt ons om in onze concurrent ook een collega te zien, een mens zoals wij zelf zijn. En je bidt dat ook je collega zijn dagelijkse brood zal kunnen verdienen.

Dagelijks

We bidden op deze biddag dus om ons dagelijks brood. In de NBV staat er: Geef ons dagelijks het brood dat we nodig hebben. Het is een bescheiden gebed. Voor elke dag genoeg brood om van te leven. In Jezus dagen was dat de realiteit. Bijvoorbeeld voor de vele loonwerkers die zich iedere dag aanboden op de markt. Zij hoopten die dag te worden ingehuurd. En als het een beetje meezat konden ze die dag net voldoende verdienen om die avond hun familie te eten te kunnen geven. Dat is dus echt dagelijks het brood dat je nodig hebt.

Reizende leerlingen

Ook Jezus leerlingen leefden op dezelfde manier. Zij werden op pad gestuurd zonder rugzak, zonder voorraden en zonder geld. En waren dus iedere dag afhankelijk van de gastvrijheid en de goede zorgen van de mensen die hen zouden ontvangen. Hun dagelijks brood moest iedere dag opnieuw, letterlijk worden aangereikt, gegeven.

Niet in eigen hand

Wij leven in een van de rijkste landen op deze planeet. Het is voor ons een hele kunst om niet te vertrouwen op een vaste aanstelling en een riant inkomen. De juiste contacten, een vermogende familie. Op forse spaargelden en verstandige beleggingen. Maar om je te realiseren dat als het er echt op aankomt, we de kleinste dingen van ons leven toch echt ontvangen als dagelijks brood uit de hand van onze hemelse Vader. Dat we met ons hele hebben en houden onszelf toch niet in stand kunnen houden. Dat ook ons bestaan fragiel is, kwetsbaar en broos.

Dingetjes die er mogen zijn

Het is inderdaad een opvallend gewoon zinnetje in het gebed dat Jezus ons leerde. Bij al die heel gewone en heel aardse zaken die te maken hebben met ons dagelijks brood. En bij de kleine dingen van iedere dag wil onze hemelse Vader dus betrokken zijn. We hoeven die niet als onbelangrijk terzijde te schuiven. Vanuit de gedachte dat God wel iets belangrijkers aan zijn hoofd heeft. Onze menselijke, lichamelijke, praktische dagelijkse dingetjes. Ze doen er toe en ze mogen er zijn. Voor onszelf en voor God.

In perspectief

Dit hele gewone down-to-earth gebed. Het staat met nadruk midden in het Onze Vader. En daar staat het ook precies op de juiste plaats. Juist zo staan ze in het juiste perspectief. Het perspectief van wat we eerst hebben gebeden. De heiliging van Gods naam. De komst van zijn heerschappij. De uitvoering van zijn wil.

Niet alles

Ons dagelijks brood, ons dagelijkse bestaan. Het is van belang en het doet er toe. Maar het is ook weer niet alles. We bezien ze in het wijdere perspectief van Gods eer, Gods koninkrijk en Gods wil. Onze diepste honger wordt alleen gestild door God zelf. En door onze Vader te bidden om ons dagelijkse brood, bidden we ten diepste om gevoed te mogen worden met God zelf. Met onze Heer: Jezus Christus die heeft gezegd: Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben. En wie in mij geloofd zal nooit meer dorst hebben.


Presentatie: